Het ontwerpen van straten en openbare ruimten, dat doen we natuurlijk al jaren participatief, samen met bewoners, ondernemers en belangenpartijen. De tijd waarin een ontwerp op het gemeentehuis gemaakt werd en bij de inspraak pas werd voorgelegd ligt gelukkig ver achter ons. Participatie en co-creatie, van meepraten en meedenken tot meebeslissen, zorgt voor grotere betrokkenheid van de daadwerkelijke gebruikers, en daarmee ook voor het onmisbare verantwoordelijkheidsgevoel: de straat is niet van de overheid, maar van ons zelf.
Maar dan, de coronacrisis. Plotseling dringt een nieuwe werkelijkheid zich op waar het samenkomen in zaaltjes en buurthuizen om te praten over en te puzzelen aan ontwerpen geen optie meer is. Tegelijkertijd kunnen niet alle projecten voor onbepaalde tijd on hold gezet worden. Veel gemeenten worstelden sinds begin 2020 met dit probleem. Uitstellen, maar tot wanneer dan? Of toch inzetten op 100% digitaal?
In mijn ontwerpprojecten sinds het voorjaar van 2020 heb ik eigenlijk alleen maar ingezet op het digitale spoor. Mijn positieve ervaringen met videoconferencing – al jarenlang werk ik vanuit Nederland aan projecten over heel de wereld - werden gelukkig gemeengoed; het is niet meer raar om met Zoom, Teams of Meet te vergaderen. Door digitale informatieavonden te houden, kunnen bewoners en ondernemers toch goed hun ei kwijt over een ontwerp, mits deze sessies goed gemodereerd worden. Te grote groepen opsplitsen in breakout groepen, het bediscussieren van een gepresenteerd ontwerp met iedereen op mute, en via het invoeren van vragen in de chatfunctie van de vergadering, het peilen van meningen via mentimeter; een goede participatieve sessie is meer dan alleen het versturen van een vergaderlink.
Maar tegelijkertijd is er veel aarzeling om in te zetten op meer geavanceerde digitale participatie. Hoe kun je de workshopsessies, waar je in groepjes gebogen over een kaart of maquette hangt, nu digitaal vormgeven? Ik denk dat dat zeker mogelijk is. Met behulp van Whiteboard-achtige apps, in combinatie met Teams of Zoom, kunnen belanghebbenden echt vanuit de huiskamer deelnemen aan een ontwerpworkshop. Afgelopen maand presenteerde ik mijn ervaringen van verschillende projecten ook in de Amsterdamse School, het (interne) leer- en ontwikkelinstituut van de gemeente Amsterdam; het verspreiden van deze komt gemeenten, zowel de overheid als de burger, ten goede.
Zelf gebruik ik voor digitale participatie vaak Miro en Conceptboard. In deze omgeving ontwerp ik een Board, net zoals ik vroeger een A0 poster of maquette klaarzette voor een workshop waarin mensen zelf post-its of comments kunnen plakken, met stiften of pennen accenten kunnen aanbrengen of met pijlen en lijnen verbindingen kunnen aangeven. Beide apps hebben ook de mogelijkheid om referentiefotos te in te voegen, zelfs simpelweg door ‘drag and drop’ vanuit Google.
En net zoals bij ‘traditionele’ bewonersavonden blijft een plenaire aftrap met uitleg van de kaders, uitgangspunten en het proces de basis, waarna het whiteboard als vervanging van de ontwerptafels geldt. Ook verdient het de aanbeveling om weer plenair af te sluiten, met een presentatie (in Teams, Zoom) van de opgehaalde resultaten van de verschillende breakout groepen.
De ervaring leert dat deze manier van participatie toegankelijk is, en zelfs een nieuwe doelgroep aanboort; deelnemen vanuit de huiskamer is laagdrempeliger. Men neemt sneller deel, maar haakt ook gemakkelijker af. Bovendien is het belangrijk de techniek serieus te nemen, vooraf tijdens testfases met ‘proef’-bewoners en tijdens, door het achter de hand houden van een technisch moderator of zelfs een aparte ‘technische breakout’.
Uitstellen van participatie heeft eigenlijk geen zin meer; ook na de coronacrisis zal de angst om in groepen deel te nemen nog wel blijven. Wil je meer weten over hoe een participatieve ontwerpronde op te zetten, welke valkuilen je kunt vermijden of hoe je de apps en boards het beste kunt opzetten bij het ontwerp van de openbare ruimte, neem dan contact met me op via dick@dickvanveen.nl.